Overig

Overhead

Overhead

Om meer inzicht te geven in de totale kosten van de overhead schrijft het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) voor om vanaf 2017 een apart overzicht op te nemen van de overhead. Onder overhead wordt verstaan: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Te denken valt aan kosten m.b.t. personeel en organisatie, financiën, huisvesting en bestuursondersteuning. Deze kosten mogen niet meer worden toegerekend aan de directe taakvelden/programma’s. De overhead wordt vanaf 2017 centraal begroot en verantwoord op het overzicht overhead via taakveld Overhead. In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in het totaal van de overhead alsmede de verrekening binnen de begroting.

Specificatie van de overhead

De kosten van overhead kunnen als volgt gespecificeerd worden (x € 1.000):

Raming 2020 Primair

Gewijzigde begroting

Realisatie 2020

Huisvesting

697

686

724

Informatievoorziening en automatisering

1.554

1.488

1.639

Personeel

6.767

6.537

6.572

P&O/HRM

836

873

694

Facilitaire zaken

541

514

517

Juridische zaken

91

91

78

Overige

362

346

337

Subtotaal

10.848

10.535

10.561

Toerekening grondexploitaties, investeringen en subsidieprojecten

-/- 847

-/- 738

-/- 675

Totaal

10.001

9.797

9.886

Huisvesting
Betreft de kosten voor ruimten voor de uitvoering van de algemene taken van de eigen organisatie. Dit betreft dus voornamelijk het gemeentehuis in Vlijmen, het gemeentehuis in Drunen en een deel van de werf waar kantoorruimte in gevestigd is. Kosten bevatten onder andere energiekosten, onderhoud en schoonmaak. Daarnaast is een deel van de kosten van de buitendienst verantwoord onder huisvesting aangezien dit betrekking heeft op het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen in gebruik voor de eigen organisatie.

Informatievoorziening en automatisering
Betreft de kosten voor aanschaf, onderhoud en licenties van hard- en software, systeem- en netwerkbeheer, applicatiebeheer en ondersteuning van medewerkers voor zover niet toe te rekenen aan het primaire proces. Hiervoor zijn alle applicaties doorgenomen en waar mogelijk toegerekend aan het primaire proces. Het restant is verantwoord onder de overhead. Dit geldt ook wanneer een contract betrekking heeft op meerdere applicaties ten behoeve van het primaire proces.

Personeel
Betreft de loonkosten van personeel voor zover deze niet actief zijn in het primaire proces. De verdeling wordt gemaakt op basis van de urenramingen. Hierbij worden de uren besteed aan onder andere financiën, communicatie, juridische zaken, P&O, ICT en bestuursondersteuning onder de overhead verantwoord. Overeenkomstig de voorschriften van het BBV zijn hierbij ook de volledige loonkosten van directie en management opgenomen.

P&O/HRM
Dit betreft de kosten die gemaakt worden voor het personeelsbeheer. Hierbij valt te denken aan opleidingskosten, reis- en verblijfskosten, werving en selectie, loopbaan- en mobiliteitsadviezen, arbo beleid en het voeren van de salarisadministratie.

Facilitaire zaken
Betreft de kosten die voorheen vielen onder de kostenplaats interne dienst, bijvoorbeeld verzekeringen, abonnementen en telefoonkosten.

Juridische zaken
Betreft de externe kosten gerelateerd aan juridische zaken waaronder juridische advieskosten, kosten met betrekking tot BIBOB, bezwarencommissie en leges en griffie kosten.

Toerekening grondexploitaties, investeringen en subsidieprojecten
Er is een uitzondering gemaakt voor grondexploitaties, investeringen en subsidieprojecten. De overhead mag wel nog worden toegerekend aan deze activiteiten door dit als negatieve last in de overhead mee te nemen. Het saldo dat gepresenteerd wordt onder de overhead is daarom een netto bedrag.

De toerekening heeft plaatsgevonden op basis van het aantal uren dat geraamd is ten laste van de grondexploitaties en kredieten. Voor deze uren is een opslag voor de overhead berekend en verwerkt in de begroting. De opslag is berekend door de totale (bruto)overhead te delen door het aantal uren dat geraamd wordt ten laste van het primaire proces, inclusief kredieten.

Toelichting begroot na wijziging versus realisatie 2020

Voornaamste verschillen:

Huisvesting

-38.000

Wordt voor een bedrag van € 23.000 veroorzaakt door hogere energiekosten gemeentehuizen. Daarnaast diverse kleine verschillen.

ICT

-151.000

Kosten SAAS applicatie zaaksysteem.
De kosten van een SAAS-applicatie mogen niet geactiveerd worden omdat de gemeente een SAAS-applicatie niet in bezit krijgt. Daarom mogen deze software- en de implementatiekosten niet worden geactiveerd en komen de kosten ineens ten laste van de exploitatie.

Personeel

  -35.000

Er zijn meer uren verantwoord op het taakveld overhead dan begroot.

P&O/HRM

179.000

Vanwege Corona zien we dat diverse personeelsbudgetten niet volledig zijn besteed. Het gaat om de volgende budgetten:

- Lagere opleidingskosten € 62.000

- Lagere reis- en verblijfskosten € 42.000

- Lagere vacaturekosten € 21.000

- Lagere kosten in het kader van de werkkostenregeling € 20.000

- Lagere kosten in het kader van de Wet Banenafspraken € 15.000

- Lagere kosten budget Fitte Mogelijkmaker € 15.000

- Lagere kosten stage- en werkervaringsplaatsen € 15.000

- Lagere kosten budget kerstbijeenkomst € 10.000

- Diverse kleine verschillen € 26.000

Daarnaast betreft het nieuwe PSA-systeem ook een SAAS-applicatie en mogen deze kosten niet geactiveerd worden: - € 48.000

Facilitaire zaken

-3.000

Juridische zaken

13.000

Overige

9.000

De representatiekosten zijn in 2020 € 42.000 lager uitgevallen dan geraamd. Vanwege Corona konden diverse activiteiten geen doorgang vinden.

De storting in de voorziening dubieuze debiteuren is € 80.000 hoger dan geraamd. Daarnaast zijn er nog diverse kleine verschillen.

Toerekening grondexploitaties, investeringen en subsidieprojecten

Doordat er minder uren zijn doorbelast naar bouwgrond en kredieten ontstaat er op overhead een nadeel. De overhead mag namelijk worden doorgerekend naar grondexploitaties, investeringen en subsidieprojecten. Op het moment dat er minder uren hiervoor worden gemaakt dan veroorzaakt dit een nadeel in de exploitatie.

-63.000

Saldo verschil

-89.000

Dekking van de overhead

In de begroting is alleen overhead toegerekend aan de grondexploitaties en kredieten. De overhead zal verder vanuit de algemene dekkingsmiddelen gedekt moeten worden. Uitzondering hierop zijn de activiteiten waarvoor kostendekkende tarieven gerekend mogen worden zoals afval en riolering. Aangezien in de programma’s alleen de kosten worden opgenomen van het primaire proces is het niet mogelijk om de tarieven die berekend mogen worden hieruit te halen. De overhead mag aan deze activiteiten extracomptabel worden toegerekend.

Aangezien de toerekening aan de tarieven extracomptabel gebeurd, is deze niet af te leiden uit de begroting. In de paragraaf lokale heffingen is daarom toegelicht welk aandeel van de overhead wordt toegerekend aan deze activiteiten. De hoofdregel voor toerekening is dat deze plaats vindt op basis van het aandeel van de betreffende lasten in de totale lasten.

Deze pagina is gebouwd op 06/23/2021 15:18:18 met de export van 06/23/2021 15:02:36