EMU-saldo
Berekening EMU-Saldo | T-1 | T | T | T+1 |
---|---|---|---|---|
(bedragen * € 1.000) | ||||
Omschrijving | Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 | Jaarrekening 2020 | Primaire begroting 2021 |
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | 1.570 | 2.402 | 4.137 | 1.990 |
Mutatie (im)materiële vaste activa | -302 | 17.245 | 1.099 | 37.613 |
Mutatie voorzieningen | 149 | 2.436 | 2.382 | 157 |
Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | -5.661 | -907 | -2.611 | -917 |
Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa | - | - | - | - |
Berekend EMU-saldo | 7.682 | -11.500 | 8.031 | -34.549 |
Toelichting
Als gevolg van Europese regelgeving mogen EU-lidstaten een begrotingstekort (EMU-saldo) hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Aan dit maximale tekort van 3% hebben, naast de Rijksoverheid, ook de decentrale overheden een aandeel. De EMU-systematiek werkt op een andere manier dan het (gemodificeerde) baten- en lastenstelsel dat de gemeenten hanteren. Zo tellen investeringen bijvoorbeeld niet mee in het stelsel van baten en lasten, daarbij wordt uitgegaan van de kapitaallasten van de investeringen. Investeringen in een jaar tellen echter wel volledig mee in het EMU-saldo. Een ander verschil heeft betrekking op mutaties van reserves en voorzieningen. Die tellen wel mee in het stelsel van baten en lasten, maar niet voor het EMU-saldo. Bij een sluitende begroting kan een gemeente daardoor toch een negatief EMU-saldo hebben. Het positieve saldo bij de jaarrekening 2020 betekent dat de ontvangsten dit jaar hoger waren dan de uitgaven.
Om gemeenten een beeld te geven hoe het lokale EMU-saldo zich verhoudt tot het landelijke EMU-saldo publiceert het ministerie van BZK een overzicht met de zogenaamde individuele referentiewaarden. Voor Heusden is die referentiewaarde € 4.285.000. Dit betreft overigens slechts om inzicht te geven in het “heusdense” aandeel in het totale EMU-saldo.