Overig

Vennootschapsbelasting

Vennootschapsbelasting

Op 1 januari 2016 is de vennootschapsbelastingplicht voor publieke organisaties ingevoerd. De Wet
op de vennootschapsbelasting (Vpb) is destijds in essentie zo aangepast dat overheden ook belast kunnen worden voor economische activiteiten die ook door private ondernemingen (kunnen) worden uitgevoerd. De aanpassingen hadden tot doel een gelijk fiscaal speelveld te maken tussen partijen (overheden en private ondernemingen).

Sinds deze wetswijziging vallen activiteiten waarvoor gemeenten als ondernemer optreden onder de Vpb. De gemeente Heusden heeft sindsdien in overleg met een fiscaal adviseur invulling gegeven aan de vennootschapsbelastingplicht. De fiscaal adviseur heeft de gevolgen voor de gemeente Heusden in beeld gebracht. De fiscaal adviseur ondersteunt de gemeente bij de berekening van de Vpb en bij de jaarlijks belastingaangiftes.

Belaste activiteiten en berekening fiscale resultaten

Jaarlijks is een beoordeling nodig of er sprake is van nieuwe belaste activiteiten. Het aantal mogelijke ondernemersactiviteiten voor de Vpb is voor Heusden beperkt. De gemeente is vooralsnog alleen over de grondexploitaties (hierna: “het grondbedrijf”), straatreclame en over de opbrengsten uit de verkoop van reststromen van huishoudelijk afval Vpb verschuldigd. Voor de ondernemersactiviteit ‘straatparkeren’ is een vrijstelling geclaimd.

De berekening van de verschuldigde Vpb gebeurt extracomptabel. Jaarlijks leidt dit tot één
totaalbedrag voor de Vpb-heffing, op basis van het berekende fiscaal resultaat. Het fiscale resultaat wijkt af van het bedrijfseconomisch resultaat dat is opgenomen in de begroting en in de jaarrekening die zijn opgesteld op basis van de BBV voorschriften. Het totaalbedrag van de Vpb-heffing wordt als één bedrag opgenomen in de staat van baten en lasten.

VSO met de belastingdienst

In november 2020 heeft de gemeente Heusden een vaststellingsovereenkomst (VSO) voor de vennootschapsbelasting gesloten met de belastingdienst. Met deze VSO ontstaat voor de gemeente duidelijkheid omtrent de berekening van de verschuldigde vennootschapsbelasting.

Inschatting verschuldigde Vpb-heffing

Op grond van de afspraken uit de VSO zijn de aangiftes over de boekjaren 2016 tot en met 2019 opnieuw berekend. De fiscale resultaten zijn berekend op de volgende bedragen per jaar:

  • boekjaar 2016: € 1,4 miljoen negatief;
  • boekjaar 2017: € 0,9 miljoen positief;
  • boekjaar 2018: € 0,5 miljoen positief;
  • boekjaar 2019: € 0,3 miljoen negatief;

Ook het boekjaar 2020 laat een negatief fiscaal resultaat zien, waarbij uit is gegaan van voorzichtige standpunten. Het resultaat 2020 betreft een voorlopige uitkomst die nog moet worden gecheckt door onze fiscalist.

Na het afsluiten van de VSO valt het fiscaal resultaat voor de Vpb per saldo tot en met 2020 negatief uit. De gemeente is daarmee na het afsluiten van de VSO over de boekjaren tot en met 2020 geen Vpb meer verschuldigd. De eerder in de jaarrekening 2019 verantwoorde fiscale last van € 133.000 kan hierdoor in de jaarrekening 2020 weer ten gunste van het resultaat worden gebracht.

Over de boekjaren 2016, 2017 en 2018 zijn inmiddels definitieve aanslagen ontvangen. De aangifte 2019 is in april 2021 voor het eerst ingediend. Het fiscaal resultaat over 2020 zal in de loop van 2021 verder worden uitgewerkt.

Het negatieve resultaat tot en met 2020 kan worden verrekend met positieve fiscale resultaten in de eerstkomende jaren. Daarnaast is er nog € 0,9 miljoen aan rentelasten die in toekomstige jaren nog kunnen worden verrekend met de fiscale resultaten. Het betreft rentelasten die in 2019 en 2020 vanwege de maximering van de maximaal op te voeren rente per jaar (in beginstel maximaal mag € 1 miljoen per jaar worden meegenomen in de fiscale winstberekening per jaar) niet konden worden ingerekend.

Deze pagina is gebouwd op 06/23/2021 15:18:18 met de export van 06/23/2021 15:02:36