Algemene risico's
Tot de algemene risico's behoren risico's als macro-economische ontwikkelingen en rente-, loon- en prijsontwikkelingen. Daarnaast zijn er onzekerheden over (toekomstig) rijksbeleid en ontwikkelingen in wet- en regelgeving die risico's met zich mee kunnen brengen. Door deze onzekerheden is het op dit moment nog niet goed mogelijk de financiële gevolgen van deze risico's te kwantificeren. Hier hebben alle gemeenten in ons land mee te maken.
Gemeentefonds
Voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds, de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente, geldt de zgn. “trap op/trap af systematiek”. Dat wil zeggen dat de hoogte van de uitkering fluctueert gekoppeld aan het niveau van de rijksuitgaven. Op lange termijn kunnen uitgaven bijgesteld worden indien de inkomsten uit het gemeentefonds (naar verwachting) afnemen. Echter een afname kan ook gedurende het begrotingsjaar aan de orde zijn of zelfs met terugwerkende kracht door een afrekening van een eerder jaar. Op het moment dat zich zo’n negatieve bijstelling voordoet en er geen mogelijkheid meer is om de uitgaven in de begroting aan te passen, zal de tegenvaller die daardoor ontstaat ten laste komen van het resultaat en moet er een beroep worden gedaan op het weerstandsvermogen. Ook indien sprake is van een hoogconjunctuur, bestaat de kans op het risico van een neerwaartse bijstelling van de algemene uitkering. Bijvoorbeeld omdat de begrotingsbedragen van de ministeries niet volledig tot besteding komen. Dit resulteert dan gedurende het jaar of zelfs achteraf ook in een korting op het gemeentefonds. Doordat de uitkering op dit moment bevroren is voor 2020 en 2021 is dit risico op dit moment echter nihil.
Een extra dimensie die op dit moment speelt is de beoogde herziening van de verdeling van het gemeentefonds.
In de loop van 2020 werd al duidelijk dat een invoering per 1 januari 2022 van een nieuwe verdeelmodel zeer onwaarschijnlijk zou worden. Dat is nu ook werkelijkheid geworden. Het nieuwe verdeelstelsel wordt aan het nieuwe kabinet overgelaten. De invoeringsdatum is een jaar opgeschoven naar 1 januari 2023. Als reden noemt de minister van BZK de huidige financiële positie van de gemeenten, waaronder de tekorten bij de jeugdzorg. Daarover moet eerst duidelijkheid komen en die komt pas bij de kabinetsformatie. De onderliggende adviesrapporten over de verdeling van het klassieke en sociaal domein zijn in februari 2021 aangeboden aan de Raad voor het Openbaar Bestuur die een advies uitbrengt aan het kabinet. Hierbij zijn ook de voorlopige herverdeeleffecten per gemeente bekend geworden. Heusden zou er (uiteindelijk; rekening moet worden gehouden met een ingroeimodel van 4 jaar) € 27 per inwoner op vooruitgaan ofwel € 1,2 mln. Na consultatie bij het ROB volgt ook een advies van de VNG en moet de kamer met een herverdeling instemmen. Het is dus nog afwachten of de uitkomsten van de onderzoeken volledig worden overgenomen.
Decentralisaties (programma Sociaal domein)
Begin 2020 is een uitgebreide risico-analyse uitgevoerd voor het sociaal domein. Met een groep medewerkers met diverse achtergrond en betrokkenheid in dit domein zijn zo goed als mogelijk inschattingen gemaakt van de onzekerheden die er zijn. Deze zijn vervolgens gekwantificeerd door het benoemen van kans en impact. Ook reeds aanwezige beheersmaatregelen zijn benoemd. Bij de risico's is onder andere aandacht voor:
- ontwikkeling van de zorgbehoefte;
- inwoners met een zorgbehoefte die niet in beeld zijn;
- de moeilijkheden om actuele sturingsinformatie te verkrijgen. De eerste stappen zijn gezet om te komen tot een dashboard wat meer inzicht geeft in de actuele sturingsinformatie. Dit is echter slechts een begin en een eerste ruwe versie is inmiddels beschikbaar voor jeugd. Verdere ontwikkeling is ook afhankelijk van de verdere regionale uitwerking en de obstakels bij het uitwisselen van informatie zoals gegevensbescherming met samenwerkingspartners;
- de gevolgen van regionale samenwerking op de uitvoering van de werkzaamheden;
- wijzigingen als gevolg van ingrijpen van het Rijk - zowel op beleid als financieel.
Daar zijn aan toegevoegd:
- Nieuwe inkoopstrategie jeugd/Wmo-begeleiding. De insteek is om meer grip en controle te hebben;
- De effecten van Corona en de neveneffecten van de bijbehorende maatregelen. Op dit moment zijn er zorgen over mogelijke toename van financiële problematiek, toename in eenzaamheid, effecten van de alternatieve vormen van ondersteuning (zijn deze net zo effectief), kwetsbare inwoners die niet in beeld zijn, uitstellen van hulp vragen door inwoners uit angst voor besmetting, verzwaring van de complexe problematiek zoals huiselijk geweld, uithuisplaatsingen e.d.
We zouden met de belangrijkste risico's aan de slag gaan in de afgelopen maanden maar inmiddels zijn we ingehaald door de tijd. Als gevolg van de Corona uitbraak heeft de focus elders gelegen en daarnaast is inmiddels het onderzoek 'sturing Sociaal Domein' gestart wat een grote overlap kent. In de eindrapportage van dit onderzoek zijn de volgende actielijnen benoemd:
1. de integrale aanpak van toegang en wijkteams; 2. samenwerking met Baanbrekers; 3. regionale inkoop en 4. datagedreven werken in het sociaal domein. Dit zijn de onderwerpen waarop we in 2021 verbeteringen willen realiseren en waarmee we de genoemde risico’s willen beperken.
Los van de effecten van Corona, die voor het sociaal domein nog zeer moeilijk te bepalen zijn, blijven de eerdere risico inschattingen actueel. Het financiële resultaat van deze inventarisatie is dat er een weerstandsvermogen nodig is van ca. € 2,2 miljoen. Hiervoor is de reserve Sociaal domein op dit moment nog toereikend. Er is daarom geen risico opgenomen in de doorrekeningen voor de algemene reserve.